De kindvriendelijke schoolstraten in Parijs inspireren Mark Sekuur. Het wordt tijd dat we onze omgeving kindveilig en autoluw vormgeven.

Een maand geleden genoot ik van een (al zeg ik het zelf) welverdiende vakantie op de camping in de Franse Ardèche. Maar ondanks de volledige vakantiemodus kon ik het niet laten om zo nu en dan mijn mail te checken. Daar stuitte ik op een interessant artikel over de ambitieuze aanpak van kindvriendelijke schoolstraten in Parijs. Mijn vakantiemodus verslapte direct, want dit onderwerp gaat me aan het hart. Ik lees over een compromisloze aanpak, waarbij de autoverkeersruimte wordt vervangen door een kindvriendelijke verblijfsruimte en groene inrichting. Dat doen die Fransen goed! Een stuk beter dan wij in Nederland, waar de brutale en luie automobilist steeds dominanter aanwezig is in de directe omgeving van onze basisscholen. Ondanks wat slappe recente ingrepen zoals de door kinderen gemaakte verkeersborden, jaarlijkse flyeracties en geometrische wegmarkeringen. En nee, ook hulpouders met fluorescerende hesjes zijn niet bij machte om de verkeerschaos rond scholen op te lossen. Een regelrechte doorn in het oog! Maar goed, rustig aan, het is vakantie, toch?

Terwijl ik verder lees over de aanpak van de kindvriendelijke schoolstraten in Parijs, kan ik het niet helpen om te reflecteren op mijn tijdelijke omgeving: een kinderrijke camping in de Franse Ardèche. De ambitie van de Parijse schoolstraten zo’n vijfhonderd kilometer verderop heeft deze camping helaas nog niet bereikt. Ook hier is die auto prominent aanwezig. Bij elke tent en caravan staat eentje geparkeerd. Vaak in kleine, krappe openingen, waar de parkeerassistent goed van pas komt. De heilige koe fungeert als schutting naast de tent of caravan, als harde afscherming van het privédomein, waardoor de doodlopende weg – in potentie een speelveldje – wordt gedegradeerd tot nutteloze restruimte. Deze ‘goede’ bereikbaarheid van de kampeerplaatsen heeft tot gevolg dat de campingwegen druk bereden zijn, waardoor het ook daar oppassen is. Voor je het weet ben je aangereden wild.

Juist zo’n camping lijkt mij een uitstekende plek om speelvriendelijke woonomgevingen te creëren. Oké, je moet iets verder naar je auto lopen, maar je hebt de tijd, toch? In diverse nieuwe Nederlandse gebiedsontwikkelingen zie je dat dit ook steeds meer de insteek is: parkeerplaatsen worden geclusterd en geïntegreerd in het stedenbouwkundig ontwerp, zodat de rest van de omgeving vrij blijft van verspreide voertuigen. Dit clusteren van parkeerplaatsen wordt ook wel planologische ‘parkeerkoffers’ genoemd. Een oplossing die ook uitstekend op een camping past. Dat levert gegarandeerd een leukere vakantie op, met als bijvangst dat mensen er alvast aan wennen dat je niet direct voor de deur hoeft te parkeren. 

Gelukkig zijn er ook al campings die autoluw zijn en waar je niet voor de tent mag parkeren. Maar hoe vind ik die? Het zou mij als onervaren campinggast helpen als de ANWB ‘autoluwheid’ als zoekfilter toevoegt. Dit zal campingeigenaren ongetwijfeld óók stimuleren om hun terreinen opnieuw in te richten en vakantiegangers helpen bewuster te kiezen voor een kindvriendelijke omgeving. Het is tijd dat campings, net als schoolomgevingen, opnieuw worden vormgegeven met het oog op kindveiligheid en autoluwheid. Graag compromisloos.

In deze wekelijkse wisselcolumn schrijven Nb-redactieleden ombeurten over wat hen bezighoudt in en om het Noorden.

Trefwoorden