De stoplichten van het grote kruispunt zijn kapot en Tjesse Riemersma gaat maar uit van het ergste.

Naast de dampende hel van uitlaatgassen sta ik te wachten tot het misgaat. Ik zie kleine auto’s, nieuwe auto’s, bestelwagens met boodschappen en busjes van hoveniers – stuk voor stuk veel te dicht op het voertuig ervoor. Een grote rode vuilniswagen, een lijkwagen en een boot op een trailer. Versleten auto’s met luide motoren, dure Tesla’s met stille motoren maar luide toeters. Mensen op vouwfietsen, omafietsen, deelfietsen en brommers, met grote tassen of vrienden achterop. Er zijn knipperlichten, knipperlichten, zo veel knipperlichten in het al donkere uur van de middagspits – want iedereen wil een andere kant op.

Misschien betekende het woord disaster ooit dat de sterren (aster) zoek waren, maar wie oriënteert nog op de sterren? Daar hebben we tegenwoordig stoplichten voor. Ik sta…