Tien jaar geleden werkte Mark Sekuur aan een uitvouwbaar paviljoen, geïnspireerd door biomimicry. Maar waar dat ontwerpprincipe vooral kijkt, pleit Mark nu voor iets diepers: luisteren, en de natuur erkennen als volwaardige gesprekspartner.

Luister jij wel eens écht naar de natuur? Tien jaar geleden werkte ik bij ONIX-architecten en deden we mee aan een door de natuur geïnspireerd ontwerpend onderzoek: het atelier How does Nature Fold? van Pavlov Media. We ontwierpen een uitvouwbaar paviljoen dat zich aanpaste aan de hoeveelheid mensen die er gebruik van maakten en inklapte als er niemand in stond. Het ontvouwen van bloemen diende als inspiratiebron. Een mooi voorbeeld van biomimicry, een ontwerpprincipe waarbij gebruik wordt gemaakt van natuurlijke vormen, processen en systemen om duurzame oplossingen te bedenken.

Het paviljoen was het resultaat van het bekijken en analyseren van de natuur. Innovatief en inspirerend, maar het kan nog sterker. Want vooral het luisteren naar de natuur biedt nog meer potentie. Dat is iets wat de mensheid de afgelopen honderd jaar geleidelijk heeft verleerd. De meeste mensen horen de vogels nog wel fluiten, maar écht luisteren naar wat de natuur ons vertelt doen we nog zelden. 

De gemeente Groningen wil daar verandering in brengen. Een meerderheid in de gemeenteraad is voorstander van een onderzoek naar hoe de natuur een stem kan krijgen. Er wordt gedacht aan een voogd die namens de natuur spreekt, maar andere vormen zijn ook mogelijk. Dit sluit mooi aan bij de nieuwe Europese richtlijn voor duurzaamheidsrapportages CSRD, die bedrijven verplicht om hun impact op ‘stille stakeholders’ – zoals natuur en ecosystemen – inzichtelijk te maken.

En dat is broodnodig. Want we blijven op zo goed als elke plek in Nederland aanklooien met een goede natuurlijke aanpak. Het principe bodem en water sturend – waarbij een nieuwe gebiedsontwikkeling aansluit op de natuurlijke landschappelijke basis – is inmiddels nagenoeg afgeschreven. Tegelijkertijd blijft het stikstofprobleem maar dooretteren, wil de minister de verplichting voor het opnemen van vogelhuisjes in nieuwbouwprojecten schrappen en kwam D66 anderhalve week geleden met het onzalige idee om groene ruimte op te offeren voor het bouwen van tien nieuwe steden

Maar we moeten verder kijken dan alleen wat richtlijnen voor bodem, water, stikstof en vogelhuisjes. Met de ineenstorting van de biodiversiteit is het van levensbelang om wezenlijke natuurlijke kwaliteit toe te voegen aan de plekken waar we bouwen. Niet alleen door principes als biomimicry toe te passen, maar vooral door opnieuw te leren luisteren naar de natuur en haar serieus te nemen als essentiële (en ook veelkleurige) gesprekspartner.

Maar hoe geef je een stem aan iets wat zelf niet spreekt? Dat is ingewikkeld. Toch is niets doen geen optie. Daarom is het moedig dat de gemeenteraad van Groningen dit initiatief neemt. Een gemeentelijke verordening kan – net als de Europese richtlijn CSRD – zorgen voor de eerste stappen. 

Natuurlijk zou het beter zijn als wetgeving niet nodig is. Maar in een samenleving waarin egocentrisch denken de norm is en ecocentrisch de uitzondering, kan wetgeving de noodzakelijke aanjager zijn van echte verandering. Niet dogmatisch, maar met een open, nieuwsgierige houding. Een houding die past bij de natuur zelf. Want wie goed luistert, hoort dat de natuur ons allang iets probeert te vertellen.

In deze wekelijkse wisselcolumn schrijven Nb-redactieleden ombeurten over wat hen bezighoudt in en om het Noorden.

Trefwoorden