Ik herken mijn eigen land niet meer. Een jaar geleden kocht ik nog geregeld hobbykip-eieren bij een woonboot met allerlei vlaggen in het raam – de Nederlandse driekleur, maar ook die van de Groningse Bodembeweging. Die laatste viel op omdat hij nou net in het raam hing van de zeldzame Groningers die niet op de Groningse bodem wonen, maar op het water. Volgens het RIVM is het inmiddels te gevaarlijk om eieren van hobbykippen te eten. Daar zit in veel gevallen te veel PFAS in. Haal ze liever in de supermarkt, aldus het advies.
Maar ik herken de supermarkt ook niet meer. Bij de zelfscan-kassa’s van de Plus zie ik mezelf op een scherm afrekenen door een camera die boven me hangt. Zo kijk ik vanuit een derde persoonsperspectief naar mezelf. Heel vervreemdend.
‘Alles wordt parkeerterrein’, zegt de 32-jarige man uit Groningen
Ik herken wel meer niet meer. Ik kijk naar de Waddenzee en denk aan de plastickorrels van een container-ramp, aan hoe we het estuarium door zeespiegelstijging zullen verliezen. Duinranden en heidegebieden groeien dicht van stikstof. Overal ligt raaigras, soms geel van het gif. Halve dorpen moeten in deze provincie opnieuw gebouwd worden en mijn stad verdwijnt achter een dik gordijn van kleurloze distributiecentra.
Nederlander herkent zijn eigen land niet meer, zo stel ik me de kop boven mijn vox pop voor. ‘Alles wordt parkeerterrein’, zegt de 32-jarige man uit Groningen.
En één van de grootste gebouwen in de grootste winkelstraat stond zeven jaar leeg voordat het nu wordt verbouwd. Een gapend gat midden in het centrum van de stad. Het is van een internationaal vastgoedbedrijf. Inmiddels is er in Nederland genoeg leegstand om de bevolking van Utrecht te huisvesten.
Wat valt hier nog precies aan te herkennen? Bij de stoplichten sta ik sinds kort ingepakt tussen grote SUV’s, met motorkappen hoger dan een peuter. Een tijdje geleden zag ik twee grijze besjes boven het verkeer uittorenen in een glimmende goud-roze BMW of Audi, of misschien was het een Mercedes. Ik houd ze niet meer uit elkaar, zo onherkenbaar. Wat doen jullie toch, dacht ik in ieder geval, vroeger reden jullie in koekblikjes.
Bij de Syrische supermarkt-annex-pakketpunt om de hoek voel ik me dan weer thuis. Die staat eenzaam tegenover een Subway, Domino’s en New York Pizza en doet me denken aan de verhalen over mijn pake en beppe. Zij moesten in hun kapperszaak in Tijnje ook extra diensten aanbieden om rond te komen. Klanten konden er hun vuile was afleveren voor de rijdende wasserette of gebruik maken van de telefoon. In de zomer stond pake achter de ijscowagen. Herkenbaar, klein ondernemerschap.
Maar voor de rest herken ik nog weinig. De leider van de partij die zelfs na de puinhoop van de afgelopen twee jaar misschien nog de grootste wordt, is een clowneske man met gebleekt haar, gekleed in een anders zo herkenbaar pak. Ik geloof niet dat toen Nederland in zijn ogen nog Nederland was, mensen er zo bij liepen. Zijn partijleden maakten tijdens de verkiezingscampagne aan de lopende band haatzaaiende AI-beelden. Zo authentiek. Nadat een paar jaar geleden Sigrid Kaag uit Den Haag werd gepest, volgde nu Frans Timmersmans.
Neo-nazistische knokploegen gooiden onlangs stenen door de ruiten van een partijkantoor. Er is geprobeerd een in brand gestoken container naar binnen te rijden. Hooligans zwaaiden met de prinsenvlag. Sommigen brachten de Hitler-groet. Langs de brede, trage A7 hangt een weiland vol met omgekeerde vlaggen en wordt gepronkt met dagvaardingen van volksvertegenwoordigers.
Debatten over wonen gingen in de praktijk over migratie, debatten over de economie ging over migratie. Daarnaast was er, natuurlijk, ook nog tijd voor het thema migratie. Nederland is Nederland niet meer, bleef hij al die keren maar herhalen. Met gelijke delen verveling en verschrikking luisterde ik tijdens het SBS-6-debat naar een opsomming over boerka’s, hijabs en islamitische slagerijen die we al zo’n twintig jaar horen. Mensen voelen zich vreemden in hun eigen land, snauwde hij.
Maar sinds wanneer heeft zijn achterban het alleenrecht op vervreemding? De grote groep Nederlanders die hij niet vertegenwoordigt herkent het ook niet meer. Ikzelf ben voor het middageten gemiddeld al drie of vier keer goed vervreemd, soms zelfs van mezelf. Er zit mogelijk microplastics in mijn brein, lees ik dan.
Vervreemding hoort bij een maatschappij van vrijhandel, industriële agricultuur, ecologische ontwrichting en technologische nieuwigheidjes. Het is een realiteit zo dagelijks als een schone onderbroek. Ik wil daarmee niet zeggen dat iedereen het in gelijke mate meemaakt of dat we dat altijd moeten accepteren. Wel dat Nederland, ook als Wilders zijn zin krijgt en de dönerzaak uit het straatbeeld verdwijnt, volstrekt onherkenbaar blijft. Deels is daar niets aan te doen. Voor de rest komt dat door oorzaken waarover het deze verkiezingen opnieuw veel te weinig is gegaan.
