Kim van Dam duikt in de nieuwe Ontwerp-Nota Ruimte, die de keuzes voor de ruimtelijke ordening van Nederland tot en met 2050 inzichtelijk maakt.
Voor wie van lange teksten en mooie kaartjes houdt is er goed nieuws: de Ontwerp Nota Ruimte is verschenen. Daar was het vorige – vorige kabinet al mee begonnen. Demissionair minister Keizer heeft het lijvige werk vlak voor de verkiezingen naar de Kamer gestuurd.
In ruimtelijke kring is reikhalzend naar deze Nota uitgekeken. Immers: waar Nederland ooit een behoorlijke reputatie had op het gebied van ruimtelijke ordening, is die reputatie de afgelopen twintig jaar behoorlijk verwaterd. Het ministerie werd afgeschaft en daarmee verdween ook de visie en regie vanuit het Rijk grotendeels naar de achtergrond. En dat terwijl de ruimtelijke opgaven er bepaald niet minder op zijn geworden. We hebben te maken met klimaatverandering, de stikstofproblematiek is nog niet opgelost en er moet rui…
Kim van Dam duikt in de nieuwe Ontwerp-Nota Ruimte, die de keuzes voor de ruimtelijke ordening van Nederland tot en met 2050 inzichtelijk maakt.
Voor wie van lange teksten en mooie kaartjes houdt is er goed nieuws: de Ontwerp Nota Ruimte is verschenen. Daar was het vorige – vorige kabinet al mee begonnen. Demissionair minister Keizer heeft het lijvige werk vlak voor de verkiezingen naar de Kamer gestuurd.
In ruimtelijke kring is reikhalzend naar deze Nota uitgekeken. Immers: waar Nederland ooit een behoorlijke reputatie had op het gebied van ruimtelijke ordening, is die reputatie de afgelopen twintig jaar behoorlijk verwaterd. Het ministerie werd afgeschaft en daarmee verdween ook de visie en regie vanuit het Rijk grotendeels naar de achtergrond. En dat terwijl de ruimtelijke opgaven er bepaald niet minder op zijn geworden. We hebben te maken met klimaatverandering, de stikstofproblematiek is nog niet opgelost en er moet ruimte gevonden worden voor de energietransitie, defensie en natuurlijk voor woningbouw. Hoogste tijd dus voor samenhangend verhaal over hoe de schaarse Nederlandse ruimte verdeeld moet worden, hoogste tijd dus voor een Nota Ruimte.
Uiteraard valt er genoeg aan te merken op deze Ontwerp-Nota. Critici van bijvoorbeeld Ruimtevolk merken terecht op dat in de Nota de echte keuzes vermeden worden. Zij spreken zelfs van een ‘ruimtelijke stolling van reeds in gang gezette sectorale beleidslijnen’. Toch heeft voor mij de Nota alleen al waarde doordat al die sectorale plannen nu eindelijk overzichtelijk op een rij gezet worden.
Een paar dingen vallen wat mij betreft op. Bijvoorbeeld dat het naar mijn weten voor het eerst is dat energieplanologie expliciet in een nota voorkomt. Voor sommige planologen is dit misschien vloeken in de kerk – het is immers een sectorale invalshoek – maar het is broodnodig. Het nieuwe energiesysteem heeft nu eenmaal een heel andere ruimtelijke impact dan het fossiele systeem. Energie moet daarom integraal onderdeel worden van de ruimtelijke ordening. Dat brengt een heel nieuw jargon met zich mee, want had u ooit gehoord van pMIEK, nMIEK, PEH, NPE, pDGDO? Voor energie-experts niets nieuws onder de zon, maar voor de niet-ingewijden bieden deze abracadabra-afkortingen de toegang naar wat er binnen de energiesector allemaal speelt. Dat kan alleen maar winst zijn.
Uiteraard is in de Nota Ruimte ook de nodige aandacht voor woningbouw. De noodzaak voor het bijbouwen van extra woningen is groot, ook in Noord-Nederland. Er zijn in totaal 21 grootschalige woningbouwlocaties waar het Rijk de regie op gaat voeren onder de noemer NOVEX Assen-Groningen. Daarnaast zijn er 127 regionale woningbouwlocaties verspreid over het land benoemd, inclusief diverse locaties in onze regio, Friesland en Drenthe. Waar is Groningen? hoor ik u vragen. Eerlijk gezegd, ik heb werkelijk geen idee. In dit rijtje van regionale woningbouwlocaties is de provincie Groningen de grote afwezige. Is dat een slordigheid, een vormgevingsfout – een tabel die verkeerd over de pagina is gelopen – of zit er een bewuste keuze achter vanuit het Rijk of de provincie? Wie het weet, mag het zeggen. Hoe dan ook: het woningbouwbeleid voor alle gebieden die buiten die 21 landelijke en 127 regionale locaties vallen draagt nog steeds de herkenbare stempel van de vorige kabinetten: ‘straatje erbij, wijkje erin.’ De plannen voor tien nieuwe steden zijn (nog) niet meegenomen, maar dat er komende jaren gebouwd moet worden is duidelijk.
Een hoop mooie (sectorale) ideeën dus. De grote uitdaging zit natuurlijk vooral in wat er gebeurt als je die kaarten allemaal op elkaar legt. Pas dan zie je hoe de puzzel echt valt: waar de woningen, energie, natuur, infrastructuur en landbouw elkaar gaan raken. Dan wordt ook pas zichtbaar hoe de grote opgaven regionaal uitpakken. Wat betekent het bijvoorbeeld voor het elektriciteitssysteem als je duizenden woningen bouwt tussen Groningen en Assen?
Dat is precies de grote vraag die de Nota oproept. Hoe gaat dit alles regionaal landen? Daar liggen nog wel wat uitdagingen. Bijvoorbeeld: we moeten eerst weten wat die regio nou precies is. Want hoewel ‘iedere regio telt’ en ‘ruimte voor de regio’ het leitmotiv van deze Nota is, blijft dit nogal onduidelijk. Gaat het om de provincie, om regionale samenwerkingsverbanden, of komt (weer) een nieuwe regionale indeling bij de lange regio-collectie die we al hebben? Of is het vrij interpretabel: al naar gelang de opgave definiëren we wat die regio dan wel is?
Het is wel belangrijk dat dat snel duidelijk wordt, want zo merken ook de collega’s van Ruimtevolk op: er wordt erg veel van de regio verwacht. De afwegingen en keuzes – de ruimtelijke puzzel die gelegd moet worden – worden bij de regio neergelegd. Aan de ene kant is dat mooi (want wie weet beter wat er regionaal moet gebeuren dan de regio zelf), maar aan de andere kant zou je – ook in het kader van de regie – graag willen dat er nationaal een paar grote knopen worden doorgehakt over stikstof, over hoe we ons toekomstige energiesysteem willen inrichten en fundamenteel: hoe we onze samenleving willen inrichten. Daarmee is en blijft de uiteindelijke uitwerking van de Nota een balanceeract tussen Rijk en regio van de hoogste orde.
In deze wekelijkse wisselcolumn schrijven Nb-redactieleden ombeurten over wat hen bezighoudt in en om het Noorden.