Waddencorrespondent Sanne Meijer wil meer lokaal eten en gaat op zoek naar de smaak van ‘haar’ Waddengebied. Onderweg komt ze nogal wat verrassingen tegen.

Het is een zonnige herfstdag als ik de deur van de Waddenslager in Uithuizermeeden openzwaai. Ik ben hier nog nooit geweest, al weet ik zelf niet zo goed waarom. Of nou ja, ik kan wel één reden bedenken: ik eet geen vlees. Maar de Waddenslager is meer dan alleen een slagerij, want er worden ook lokaal geproduceerde zuivelproducten en groenten verkocht. In de koeling staan glazen flessen met melk en slagroom en er liggen vacuümverpakte kazen. Daarnaast zie ik houten kistjes vol prachtig gekleurde paprika’s en puntige spitskolen. Op de toonbank staan flessen vlierbloesemlimonade en potjes Waddenzout. Ik haal het boodschappenlijstje uit mijn zak en stap naar de balie. 

Op het boodschappenlijstje staan de ingrediënten die ik nodig heb voor een speciaal diner. Dit weekend komen er vrienden eten en ik heb gekozen voor een menu van antipasti, gevolgd door een hoofdgerecht van pasta, salade en brood en een Grieks toetje na. Een beetje Mediterraan dus, maar wel met een Gronings tintje. Ik wil namelijk koken met lokale ingrediënten. Met ‘lokaal’ bedoel ik streekproducten uit het Groninger Waddengebied, waar ik woon. Ik heb geen idee hoe ver ik kom, maar ik probeer het gewoon maar. Mijn Mediterraans-Gronings diner vormt het startsignaal voor een maand waarin mijn vriend en ik zoveel mogelijk lokaal geproduceerd voedsel eten.

De smaak van de Wadden

Het idee speelde al een tijdje, maar waar begin je? Hoe krijg ik de smaak van de Wadden op mijn eigen, Roodschoulster bordje? Hulp kwam uit enigszins onverwachte hoek. Visit Wadden, de regiomarketingorganisatie van het Waddengebied, blijkt flink in te zetten op het thema ‘De Smaak van de Wadden’. Op de website vind ik foodroutes, inspiratiekaarten, lokale ondernemers en restaurants. Ook worden er evenementen georganiseerd, zoals de Culinaire Wadden Weken (21 oktober t/m 26 november 2023) waarin duurzaam geproduceerd Waddenvoedsel centraal staat. In september sloegen zes koks de handen ineen met zes vissers en boeren en lieten deelnemers van alles proeven wat in het Waddengebied zwemt, groeit en rondloopt – onder de titel ‘Wad op je Bord’. Inspirerend werkt het zeker. 

Op boodschap

Turend naar een van de kaarten op de website van Visit Wadden leek de Waddenslager me een goed beginpunt. Het ligt op slechts drie kilometer vanaf mijn huis, net als de dichtstbijzijnde supermarkt. Bij deze bewust kleinschalige biologische slagerij wordt vlees verkocht van eigen varkens en scharrelkippen, alsook van koeien uit Oosterwijtwerd en lammeren van een lokale kudde. Genoeg keuze voor die schaal antipasti, dus. Bovendien vind ik in de koeling de lekkerste kaasjes van Kleikracht uit Winsum. De jong belegen kaas en de kaas met daslooksmaak roepen uiteindelijk het hardst mijn naam, dus leg ik die gedwee op de toonbank. Ook kies ik boter voor bij het brood en een fles lobbige yoghurt voor het dessert. Beide komen van de biologisch-dynamische veehouderij Waddenmax uit Hornhuizen. De mooie bruine eieren laat ik staan, want die krijgen we van onze eigen Shelly en Baukelien. 

‘Elk product dat ik in mijn lokale-boodschappenmand stop, voelt als een nieuw ontdekte schat’

Ik sta net bij de kassa als mijn oog op een zak pasta valt. Van alle ingrediënten die ik verwachtte lokaal te kunnen vinden, stond pasta onderaan de lijst. Maar het staat er toch echt: speltpasta afkomstig van boerderij Landgoud in Kloosterburen, gemaakt van hun Oberkulmer Rotkorn Spelt. De pasta verdwijnt in de boodschappenmand. Verder haal ik in Groningen nog een wijn die – geloof het of niet – op het Hogeland wordt gemaakt, op de prachtige wierde van Groot-Maarslag. Bij het brooddepot in Westernieland bestel ik versgebakken brood van lokale granen en bij de Golden Raand in Uithuizen haal ik honing. Elk product dat ik in mijn lokale-boodschappenmand stop, voelt als een nieuw ontdekte schat.

Liever lokaal

De etenswaren in mijn boodschappenmand zijn niet alleen lekker, vers en gezond, maar dragen eveneens bij aan de lokale economie en eerlijker prijzen voor de producent. Bovendien is deze manier van eten een duurzamere optie. Lokaal geproduceerd voedsel hoeft van minder ver getransporteerd te worden en dat scheelt dus uitstoot. Daarmee hangt samen dat het ook minder koeling en soms ook minder (plastic) verpakking behoeft. Nog beter is als je het combineert met seizoensgebonden voedsel, waar geen verwarmde kassen of vliegtuigen voor nodig zijn. Het is natuurlijk aan jezelf hoe streng je hierin bent of hoe ver je hierin gaat. Zelf ben ik geen puritein. Ik weet niet of ik bananen op zou willen geven, maar de keuze voor een Nederlandse appel in plaats van eentje uit Nieuw-Zeeland is makkelijk gemaakt. Met een beetje bewustwording kom je een heel eind. 

De afdeling lokale groenten, fruit en kruiden is voor mij sowieso een makkie, moet gezegd worden. In onze grote moestuin – met uitzicht op de dijk en soms een groot schip – telen we het hele jaar rond groenten. In de zomer probeer ik zoveel mogelijk oogst te preserveren. Zo kunnen we ook in de winter boontjes eten die niet uit Senegal overgevlogen zijn. Als ik geen eigen tuin zou hebben, was er trouwens ook geen probleem geweest. Bij de Eemstuin in Uithuizermeeden vind je de mooiste biologisch-dynamische groenten. En bij Goudgewas in Roodeschool, mijn eigen dorp, verkopen ze zelfgeteelde kolen en pompoenen. Aardappelen, uien en wortels haal ik bij de boerderij van mijn schoonfamilie in het dorp hiernaast. 

Aan tafel

En dus eten we tijdens het Mediterraans-Groningse diner antipasti van lokale vleeswaren en kazen, gecombineerd met zelfgemaakte perenchutney en verse tomaatjes en komkommers uit de tuin. Daarna volgt het hoofdgerecht: pasta uit Kloosterburen met zelfgemaakte tomatensaus tjokvol verse groenten uit de tuin. We raspen er de jong belegen kaas overheen, eten er een verse salade bij en maken onze borden schoon met stukken baguettes uit Westernieland en boter uit Hornhuizen. De wijn uit Groot-Maarslag smaakt er heerlijk bij. Voor de Bob hebben we pure appelsap, geperst van eigen appels. Er is nog net plek voor de yoghurt en honing, met walnoten uit de tuin van mijn ouders. 

Terwijl ik later op de avond nog een overgebleven stukje daslookkaas in mijn mond stop, bedenk ik me hoe makkelijk dit eigenlijk was. Ik weet niet precies wat ik verwachtte, maar in ieder geval niet dat het zo simpel zou zijn. Ja, de olijfolie, zout en peper komen nog steeds van de supermarkt en dat is helemaal oké. Eerlijk gezegd dacht ik altijd, en ik zeg dit een beetje gechargeerd, dat lokaal eten tijdrovend en duur zou zijn. Maar als je goed inventariseert waar je meerdere streekproducten op één plek kunt kopen (in mijn geval bij de Waddenslager) en één keer per week een ‘boodschappenrondje’ maakt, dan valt het mee. Het kost mij hooguit een halfuurtje extra en niet veel extra kilometers. In mijn portemonnee maakt het ook niet veel uit. Vlees en zuivel zijn wat duurder dan in de supermarkt, maar daarentegen zijn lokale groente en fruit seizoensproducten en dus goedkoper. 

Groninger groenten

Lokaler eten is niet alleen heel goed mogelijk, maar ook leuk. Je moet je er van tevoren misschien alleen even in verdiepen. Ook vraagt het een beetje flexibiliteit en creativiteit in de keuken. Je moet je immers aanpassen aan het aanbod van het seizoen en aan het aanbod van de boeren in jouw omgeving. Maar wees niet te streng voor jezelf en onthoud: elke duurzamere keuze is er één. 

Ik ben in ieder geval om. Sterker nog, ik denk alvast na over mijn volgende dinerplannen. Misschien ga ik dan een stap verder en werk ik niet alleen met groenten geteeld op Groninger grond, maar ook met groenterassen die van oudsher in dit Waddengebied geteeld worden. In mijn ‘Grunnegs Toentje’ verbouw ik namelijk oude groentesoorten, zoals de Groninger strogele boon en de Vroege Groninger spitskool. Een dip van het Wonder van Scheemda-erwtje met feta, zie ik voor me. Of crunchy mollebonen. Een pastasaus van Blauwe Groninger snijmoes. Of een quiche van geroosterde Groninger spruitjes. Aan ideeën in ieder geval geen gebrek. De Wadden smaken naar meer. 

Handige tips voor lokaal eten in het Waddengebied

De Streekboer

Bij De Streekboer bestel je je boodschappen rechtstreeks bij de lokale boer. Geen tijd om langs alle boeren te rijden om je boodschappen op te halen? De Streekboer zorgt ervoor dat je alle producten op één plek af kunt halen. Thuisbezorgen kan ook! 

Smaak van de Wadden

Volgens Visit Wadden zit het Waddengebied vol verrassende smaken. Op hun website ontdek je de leukste restaurants, maar vind je ook culinaire evenementen en maak je kennis bijzondere boeren! Ook de foodroutes zijn een aanrader. 

Beleefroute ‘Vers uit Eemsdelta’

Tuinders, telers, boeren, en zelfs een brander en een brouwer: deze (fiets-)route presenteert negentien ondernemers die samen de ‘smaak van Eemsdelta’ maken. Je vindt het routeboekje op verschillende plekken in de gemeente Eemsdelta. 

Waddendelicatessen

Een aantal producenten in de Waddenregio verenigt zich onder het gezamenlijke merk ‘Waddendelicatessen’. Het zuivel en de delicatessen worden geproduceerd in de directe omgeving van de Waddenzee. 

Waddengoud

Waddengoud is het keurmerk voor producten en diensten uit het Waddengebied. Het keurmerk geeft de garantie dat de producten op duurzame wijze in het Waddengebied gemaakt zijn. 

Sanne Meijer is Waddencorrespondent bij Noorderbreedte. De Waddencorrespondent is een samenwerking tussen Noorderbreedte en de Waddenacademie. Lees hier meer over de Waddenzee.