Het Waterschap volgt landelijke normen om te bepalen of het oppervlaktewater schoon genoeg is. Die parameters zijn gemiddelden voor heel Nederland en dus niet afgestemd op wat bedreigde planten- en diersoorten hier nodig hebben. Voor de Drentsche Aa komt het Waterschap, kijkend naar fysisch-chemische – en ecologische parameters, tot een mager zesje als oordeel over de hele beek.
De vier hydro-ecologen van de storymaps tellen de plantensoorten en monitoren vegetatieveranderingen. Dat geeft allerminst reden voor een voldoende. In de beschermde beek groeien steeds meer woekeraars en die verdringen de planten die beschermd moeten worden. Met dat slechte nieuws zou nog te leven zijn als de teruggang vooral dateert van ver voorbije jaren. Helaas is dat niet het geval: de wetenschappers zien toenemende verslechtering van de biotoop van de beschermde natuur.
Waterschap en wetenschappers constateren allebei dat het in delen van de beek steeds slechter gaat. Er is dus weldegelijk reden tot zorg, daarover zijn ze het met elkaar eens. De huidige vervuiling is bovendien veel venijniger dan vroeger – in de jaren vijftig was het beekwater soms zwart door het dumpen van bloed uit de vleesverwerking te Gieten. De moderne vervuiling zie je niet meteen in het water. Het zijn met name de middelen die gebruikt worden bij intensieve teelten als aardappelen, suikerbieten, bloembollen en maïs die als een sluipmoordenaar in het water ronddolen. Een paar keer per jaar komen de gemeten waarden in het water tot boven de landelijke norm en een enkele keer is dat zo ernstig dat de inname van drinkwater moet worden stopgezet. Gelukkig zijn dat uitzonderingen.
In de digitale wandeling kun je schuiven op tijdkaarten en zien hoe de vegetatie die beschermd moet worden, terugloopt. De door de wetenschappers zorgvuldig in beeld gebrachte begroeiing in en rond de beek laat dus onverbiddelijk zien dat de leefomstandigheden voor de beschermde soorten steeds slechter worden, terwijl de provincie verplicht is om de habitat juist te verbeteren.
Vanuit het provinciehuis in Assen en de gemeentehuizen in het gebied zouden de vervuilende intensieve teelten in het beschermde Drentsche Aa-gebied verbannen moeten worden. Ze zetten als het ware een vuile streep over het prachtige natuurgebied dat voor de ogen van zoveel mensen ieder voorjaar weer opbloeit. Bovendien jaagt de provincie met dit kortzichtige beleid de burgers op hoge kosten. Want de bescherming van de Drentsche Aa-natuur is een wettelijke plicht en de provincie riskeert hoge boetes als ze daar onvoldoende werk van maakt. Uit deze bundeling van onderzoeken kun je opmaken dat de provincie Drenthe zulke schadeclaims tegemoet kan zien. Hopelijk speelt dat bij de naderende verkiezingen voor Provinciale Staten (in maart dit jaar) een rol en komt er een Drents bestuur dat wel hard gaat werken om haar verplichtingen na te komen. Vanuit de waarnemingen is het glashelder wat er nodig is om de natuur weer te koesteren: stoppen met vervuilende vormen van landbouw in de buurt van de beek.
Op een rij
In 1982, 1995 en 2015 brachten Groningse ecologen en ecohydrologen Jan Bakker, Henk Everts, Ab Grootjans en Piet Schipper de vegetatieontwikkelingen in heel het Drentsche Aa-gebied in kaart. Noorderbreedte neemt je in deze rubriek mee in het kielzog van deze wetenschappers naar opmerkelijke conclusies. Eerder bracht Noorderbreedte een digitale interactieve wandeling bij het Rolderdiep en naar het Gastersche Diep en het Eexterveld en de Kappersbult in de benedenloop.
Komende weken volgen nog twee storymaps. Ze zijn gemaakt door Niels Grootjans en Jeroen Tolsma. Op hun website Landschap In Detail kun je zien hoe ze de berg wetenschappelijke bevindingen ombouwden tot een fraaie wandeling zodat je vanuit je luie stoel kunt meegenieten en de feiten tot je kunt nemen. Wil je het hele onderzoek bekijken, download het dan hier. In het decembernummer bracht Noorderbreedte voor haar abonnees een overzichtsartikel over de natuurontwikkeling in het hele Drentsche Aa-gebied. Abonneer je hier.
Lees ook: pilot beekverhoging tegen droge zomers.